VRAGE VQOR "T JAAR MDCCLXXH. pp Heer nollet toont, uit even dezelfde Proefnemingen, door hem honderdma- len herhaald, dat, buiten die voorname Hoofdoorzaak van newton, ook de gedaante van ieder dier deeltjes, het by- zonder weefzel van hunne fchikkinge op en over eikanderen, de verfchillende ijl- heid der eigene ftoffe, en de gefteltenis- fe der ledige tusfchenruimtens en ope-! ningen in aanmerkinge moeten komen.1 (XVII Les. 3 Afdeel.) ■b 8. Zoo dra men ontwaar worddat de Natuuronderzoekers een popje gehad hebbenom mede te Jpelen, eene gelief koosde Vooronderftellingewelke zy zelve hadden uitgedagtenuit dien hoofdetel kens eene en dezelfde Oor zake opgeven, ter verklarifige van veelvuldige en ver fchillende Verfchynzekn zoo moet men aanflonds in argwaan en agterdogt vallen, of zoodanige Gevolgtrekkinge wei fleekkan houden en de toet zin ge van eene bedaarde enin den vormredenkundige beoordeelin- ge doorftaan Trouwens, de Nature heeft even zoo vele Oorzaken als Ge- wrogten: en, dat verder gaat, die Oor zaken zyn wederomop nieuw, Gewrog- ten van andere Oorzaken -3 en dat zoo G 2 wel

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 133