f02 J, VAN JPERËN ANTWOORD OP BE
kenter uitvlndinge van de bepaalde kragt
kunstdriftinborst en hoedanigheden van
geheele Soorten: ten einde uit die Alge-
me ene bejluiten dan vervolgens de by zon-
dere verrigtingen van alle voorwerpen
onder die Soorten behoorende als zoo ve
le VerfcJjynzelen aangemerktte kunnen
verklaren. De bekende ftokregel van
den grooten l e i b n i t z dat er in de
Nature geene twee volftrekt gelykvor-
mige dingen voorkomen, welke zoo
baarblykelyk door de Ervarenisfe altoos
en overal bekragtigd wordmoet voori
al in aanmerkinge komenby deze gele
genheid, Geene tv/ee menfchengeene
twee fchapen zyn er by eikanderen te
brengendie niet merkelyk van gelaad
en aangezigte verfchillen zouden. In
eene wildbaan vogeivlugt, hoender
hok, duivenkoy, vind menby aanhou
dende oplettendheid op de Gelyküag-
tige Dierenzoo vele verfchillende aar
den en perfonele inborften, als onder
de met reden begaafde ftervelingen.
Sommige moetendoor Natuurkundige
Zedenmeesterswaarlyk geprezenen
vele moeten er gelaakt worden. Deze
is eene byzondere Waarneminge, van
een verder uitzigt? dan men zig mis-
fehieti