VRAGE v0or 't jaar mdcclxxfl. 103 Tchien wel verbeelden zou. Dat men zig dan noit, door linnasus brisson, buffon bomare en andere vermaarde Schryvers der Natuurlyke Hiftoriela te misleidenDie Heeren hebben niets dan, om zoo te fp rekenhet Qnfologi- jchehet Algemeene van de Soorten en Geüagten willen aanteekenenen fchy- n en, nu en dan, zelfs niette zyn verdagt geweest, op de Perfonele Byzonderhe- den van elk Dier en van elke Plant; in dien ik my zoo eens mag uitdrukken. Evenwel zal dat Perfonele der Indivu- duaby de uitvorfchinge der Oorzaken van hunne verrigtingenwanneer die als Verfchynzelen worden befchouwdwel degelyk moeten worden te pas gebragt. Men heeft, by voorbeeld, geene reden om te gelooven, dat alle Leeuwen even onverfchrokken en overweldigend fterk zyn. De Heer hovttuyn verhaalt ons een geval (en zulke byzonderheden behoorden altoos in de Natuurlyke Hi ftorie te worden opgemerkt) van een Leeuw, op 'teiland St. Louis, die voor eene ftootende en zig te weer Hellende Geit de vlugt nam. Die Geitwat men er ook van zeggemoet vry kloekmoe dig en de Leeuw vry laihartig geweest G 4 zyn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 137