VRAGE VOOR 'TJAAR MDCCLXXII. 107 BloembezitIn '-teerst lachte hy er om, dat de vorige Natuuronderzoekers had den {taande gehouden, als of de Mufa geen zaad opleverde, of ten minden dat zy er alleen de onvrugtbare beginzelen van droeg. Zy hadden zig, meende hy, aan voorbarige Gevolgtrekkinge fchuldig gemaakt. Maar het lagchen van onzen Ridder veranderde wel dra in ernst, toen hy, met verbaastheid, befpeurde, dat de Vrouwebloemen ha re kragt verloren hadden, eer nog de Mannelyke bloemen haar bevrugten kondenalzoo deze te laat kwamen. Dit leerde dien voortreffelyken Natuur onderzoeker alstoen, by gevolgtrekkin ge, gisfen, dat misfchien de menfche- lyke voorzorge, of het geval dit gebrek zou kunnen verhelpen, als er Mufa's van verfchillenden bloeityd kort naast aan eikanderen geplaatst wierden, zoo dat de Mannelyke bloemen van de eene Mufa, met de andere gelyktydig kwa men en dus eene gefchikte bevrugtinge verwekten. Maar wie weetof er ook geene Inwendige Bezwangeringe plaats- zou kunnen hebben Want, zoo de Bloemfteng der Mufa uitkoomt, fchiet cx ookteffens eeh fche-utje uit den wortel op,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 141