J. PAP DE FAGARAS ANTWOORD enZ. II9 andert? 'tLust my der wisfelvallighee- denwelke de kennisfe der Natuur byzonderlykondergaan heeft, als in 't voorbygaan, te herdenken. Reeds fe- dert de tyden van Ariftoteles bloeide zy toen was 't eene gelukkige en guldene eew voor haar in welke (zoo 't den Goden belieft) uitftekende uitvorfchers en handhavers der waarheidLeeraars onder den naam van Scholaflyken of Schoolgeleerden bekend, van zelfs en zon der wet of regelzonder Waar- en Proef- neemingen, hunne Natuurkunde beoef fenden wanneer ook de vruchtbare ak kers der Filofofy, zonder ploeg of egge te gebruiken, gul uitfchietende en on overzienbare korenvelden van hoedanig heden van allerley flaguitleverden. De H 4 mees- ttw ju vabit vicisfitudinum, quas fola Scientia Natura» lis fubiit, velut in tranfitu meminisfe. Viguit, jam inde a temporibus Ariftotelisfelix ejus et aurea prorfus aetasqua egregii (fi Diis placet) verita- tis vindicesDodtores Scholafticorum nominé no- ti, fponte Jua, fine legefine obfervationibuset ex- perimentis, Phyficam fuam excolebant, et fertiles Philofophiae agrinon vomere vel aratro fcisfi largas qualitatum cujuscunque generis fegetes ef- fiindebant, Soraniando turn plurimi periti-sfimi Na-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 153