de, te onderwerpen met geweld aan die
wetten, welke hy haar met een aange-
maatigd gezag van opperheërfchappy had
voorgefchreeven. Hier door is het by-
gekoomen, dat de Natuur, dieveelfter-
ker was dan onzen Filofoof, het groot
gevaarte van zyn Natuurkundig Samen-
fteldat hy opgebouwd had, gemakke-
lyk heeft over hoop geworpen. Even
wel heeft die zelfde N atuur de gedenk-
teekenen van 's mans vernuft en verdien-
fteninhun geheel gelaaten: zoo dat men
van hemals van eenen anderen Filofo-
fifchen Faëton zou kunnen zeggen
dat hy den wagen der wysgeerte, van
welken hy zich tot koetzier had aange
geven, gemend heeft, en, fchoon hy
ae teugels niet heeft kunnen houden en
bedwingen, dat hymet al zyn ongeluk,
echter ae eer had van iets groots te heb
ben durven onderneemen. E-
VRAGE VOOR 'T JAAR MDCCLXXIEr 123
ramconfulere, quam illam, relu&atitemftepe, legi-
busquas diftatoria poteftate fibi arrogata tulerat
fubjicere annifus est. Eo evenit, ut Natura Philo-
fopho potentiorinfignem Sy ftematisquod exftrux-
eratmolem facile demolita" fitingenii tarnenet
meritorum monumenta falva reliquitutdeeo, ve~
lut altero Philofophorum Phaëtonte diciposfit: Cur-
rum philofophandi, cujus fe aurigam profesfuserat
etfi non tenuïtmagxis Patrien excidit aujir. Pat