en zoo bedriegt zy ons met wonderlyke
toovergreepen en beguichelingen.
Maar, gelyk de Cretenfer Visnymf
Ditdynna, 200 wordt ook deze kwaade
ftiefmoeder in haar eigen wargaren ge
vangen want zy is het met zich zeiven
niet eenszy fpreekt tegenftrydigheden
en terwyl zy daar eeniglyk op uit is, om
hen met leugens te bedoddendie haar
al te keurig naar hare geheimen onder-
vraagen, is zy, met dit al, zoo weinig
op hare hoede, dat zy zelve de waar
heid aan den dag brengt. Want daar
de fchrandere Filofoof, in de trekken
van haare tronie, eenige teekenen van
bedrog opmerkt, begint hy fluks hare
woorden en antwoorden met eikanderen
onderling te vergelyken. Hy brengt zich
144 J- PAP DE fagaras antwoord op dë
111
At qudmadmodum Gretcniis Difto ita maligna
haec noverca, fuis dolis capitur, fecum nempedis-
fidet ipfa, pugnantia loquitur, et dum id unice a-
gitut curiofos nimium fuorum fecretorum percunc-
tatores mendaciis fallat veritatem incauta pro-
dit. Dum enim folers Philofophus expresfas in
oris lineamentis fraudum notas animadvertitmox
ejus diéta diétis, refponfa refponfis, conferre inci-
pit, et ex iis, quae antea fponte, cum non-dun de-
cipiendi animus ipfi eracenarraveratin mcmori-
am