men, oplosfche; dat men de gelegen
heid waarneeme, om niewe werktuigen
toe te dellen: dat men die al verder,
tot niewe proefneemingenbezige; en
dusals het wel geluktniewe wetten en
eigenfchappen der lichaamen uitvinde,
of dat men de naawere verbintenisfe der
verfchynzelen waarneeme, de laatde
met de middelde en de middelde met
de eerde verbinde, en zoo op den lad
der der oorzaken en gewrochten van
dap tot dap hooger en hooger dagelyks
opklimme.
Zoo wordt er ten featde een fchoon
famendel van Natuurkunde uit opge
bouwd, ter voltooiinge van het welke
de Wysgeer, de Meetkundenaar en de
bloote toekyker eikanderen onderling
de
*48 J. PAP DE FAGARAS ANTWOORD OP DË
\-£i-VyPcxfVgP
prietatesque corporum detegcre, vel arctiorem
phoenomenorum connexionem obfervare, extrema
cum mediis, media cum primis colligare, et ita in
fcala causfarum et effeétuum non interruptis
gradibus, altius in dies progredi: hoc demum est
veras eventuum hujus Univerfi causfas asfignare.
Ita demum pulchrum aliquod Scientiae Naturalis
Syftema extruitur, ad quod felicius abfolvendum,
mutuas fibi praeftant operasPijilofophusGeome-
tra, et Empiricus. Hic prima ponit fundamenta,
at