154 J. PAP DE FAGARAS ANTWOORD OP DE fchap fchynt de oplosfchinge van dit verfchil te vorderen, wanneer het vraagt Hóe verre men in het ontdekken der oor- zaaken moet voortgaan Om nu niet voorbarig iets vast te Hellen omtrend een Gefchil, dat de voornaamfte Filofoofen heeft bezig ge houden zal het noodig zyn, dat wy de eigenfchappen der lichaamen, zoo wel als de wetten der beweegingenon der twee foorten brengen. Onder de eerfte rangfchikkinge komen de eigen fchappen welke allen lichaamen gemeen zynde Uitgeftrektheidde Ondoordring baarheid en de Werkledigheid, als ook de werktuigelyke wetten van beweegin- ge, gelyk deze twee van Newton zyn: JDe lichaamen blyven in hunne Jlaat van rus- tas, quam non? Hu jus jam controverfiae excusfi- onem flagitare videtur Illuftris Societas,dum quae- ritQuousque in Causjis detegendis jit progrediendum Ne quid itaque praecipitantius, de Controverfia, quae principes exercuit Philofophos, ftatuamus, oportet, ut in duas clasfcs tam proprietates corpo- rumquam leges motus referamus. In prima com- parent proprietates, omnibus corporibus commu nes, Extenfio, Impenetrabilitas et Inertia; item- <^ue leges motus mechanicsequales funt duae illae New-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 188