jhaamen. En daar over is ook geene
de geringde twist onder de Filofoofen,
dat de hoedanigheden der lichaamen,
voor zoo verre die alleen aan eene by-
zondere foort eigen zyn, op zekere,
fchoon dikwerf onbekende, wyze, fa-
menhangen met het inwendig geftel en
werktuigelyke famenbindinge der dee-
len, zoo dat het tegen de natuur der
zaaken niet ftryden zou, als er eene
werktuigkundige verklaringeuit de by-
zondere famenftellinge der lichaamen,
aan welke die hoedanigheden toekomen
ontleend wierd. Maar over de wetten
der algemeene zwaartekragt is het ge
voelen van allen niet het zelfde. Daar
zyn er, die ftellen, dat deeze, zoo wel
als
VRAGE VOOR 'TJAAR MDCCLXXII, 157
farias, peculiari corporum ftruiturae, ac indoli
convenientes. Neque de eo ulla inter Philofophos
intercedit Controverfla, qualitates corporum, pe
culiari tantum eorum clasii propriascerta quadam
radone, licet faepe incognita, cum interiore ftruc-
tura, ac organismo cohaerere, ut adeo earum dari
N explicadonem mechanicamex peculiari corporum,
quibus competunt, conformatione repetitam, na
turae rerum non repugnet. Sed de gravitationis
univerfalis legibusnon una eademque omnium
est fententia. Sunt qui has-, aeque ac illas mecha-