i68 j. pap de fagaras antwoord op de kragtzelfs geen oneindig vermogen genoegzaam is. Maar de aantrekkings- kragten zyn eindig, zy hebben eene bepaalde ingefpannenheiddie aanwast en afneemten die door kragtenin ee ne tegenftrydige ftrekkinge gerigt, ge- makkelyk verminderen, ja zelfs zoo, dat alle hare uitwerkzelen weggenomen worden. De eigenfchappen der dingen welke haar zoo wezentlyk zyn, als de ondoordringbaarheid in een lichaam is, worden door geene ruimte afgepast, en nergens in geene plaatze verllerkt of verflapt. De ondoordringbaarheid der lichamen is even dezelfde in de Maan, welke zy op de Aarde is. Maar de aan- trekkingskragt is verfchillendenaar de yerfchillende deelen der ruimte. Zy groeit Bulla vis, ne quidcin infinita, iufficit. At finite iunt actrahendi vires, habenc eae intenfitatem lini- taram, crefceïitem, deereiccntemque, et quae i- ribus, in contrarium direftis, facile minui, culs- que effeftus omnes tolli posfint. Propriettes rerumquae ita ipfis funt esfentiales, ac impne- trabilitas corporiest, nullo (patiolimitantur, uillo in |oco intenduntur, vel remictuntur. Impeetra- bilitas corporum eadem proriüs est in Luna quae in Terra, at vis attrahendi, pro variis fpati parti tas

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 202