groeit aan, naar mate dat de afftend
vermindert, en zy vermindertnaarma
te de nabybeid toeneemt. Zy wordt van
oorzaken, welke buiten het onderwerp
zynte weeten de plaatsbepaald en be
perkt en zy heeft haren aarddat is ha
re bepaalde fterkte, zonder welke zy
niet beftaan kanniet van het wezen zelfs
der zaken, waar van zy een toevoeg
zei is, maar zy ontleent die van oor
zaken, buiten die zaak, dat is van de
verfchillende deelen der ruimte. Ja dee-
ze wezentlyke eigenfchap van alle de
liehaamen fchynt nietop eene en de
zelfde wyze, aan alle die liehaamen
toe te behooren. Zoo datals de ver-
fchynzelen verfchilien, de Natuurkun
digen verplicht zynhunne wetten van
aantrekkinge insgelyks te veranderen,
L 5 en;
VRAGE VOOR 'T JAAR MDCCLXXII. 169
bus, varia est. Crefcit decrefcente dlftantia; de-
:refcit, crefcenteilla. Acausfis extra fubjedtümpo-
ficis, loco fcilicet, determinaturetlimitatur, na-
turamque fuam, id est determinatamfine qua esfe
non potest, intenfitatem, non ab ipfa rei, cujus
ittributum estesfentia, vcrum a causfis extra illam
pofitisdiverfis nempe fpatii partibus, mutuatur.
imo esfentialis haec corporum omnium proprietas,
non eodem modo corporibus omnibus cómpetere