172 j. pap.de fagaras antwoord op de
Aantrekkinge zoo lang voor Natuur
kundige oorzaaken der verfchynzelen
en wel voor volledige oorzaaken der-
zelve, houden zullen, tot dat iemand,
door middel van ontwyffelbaare proef-
neemingen, maar niet uit loutere ver-
onderftellingeeene verzonne fyne he-
mellugt te baat neemende, zal betoogd
hebben, dat alle beweeginge in de Na
tuur door aanftootinge verrigt worde:
C't geen zy meenden dat zou kunnen
gefchieden, als de kalveren op het ys
danfen.) Verder, dat zy met de verbor
gene hoedanigheden der Peripatetici
niets gemeens hebben, maar dat zy tef-
fens ook de Natuurke mis met geen ver-
zinfelen van veronderstellingen overiaa
den willen, alzoo die meer droomen
fchy-
fen-
blice declararunt, fe gravitatcm et attraétionera
tamdiu pro phyficis phoenomenorum causfis, iis-
que adaequatis, habere, donee aliquis, ope experir
mentorum indubiorum, non exHypochefi, fi£Uti-
um aethera asfumendo, demonltraverit, omnemin
Natura motum, fieri per impulfionem, (id quod
ad Calendas graecas prai-ftari posfe opinati fnntj fe
cum occulrpPeripateiieoriimqualitaiibus, nilcom-
mune habere, led neque Hypothefium commends,
quae feDricitunus magts fpmnia, quam philofonhi