gevoelen der Wolfiaanen eerst onder- zoekem Wy fchatten, dat zy zich niet gelyk zynen dat zy dezelfde oude lappen der fcholastyken dragen, welke zy gaarne op de kleederen der New to- niaanen naaien zouden. Laaten wy een weinig naar hen luifteren, daar zy te gen de Newtoniaanen zintwisten. De Aantrekkinge en zwaarte zyn wonder werken zoo zy voor inwendige hoeda nigheden der ftoffe gehouden worden. Want dit is niet anders, dan eene zoo danige veranderinge in een werktuige- lyk lichaamwelke men uit het geftel des lichaams, door de wetten der be- Weegingeniet verklaaren kan't geen omtrend de zwaarte niemand kan ver richten. Maar de Newtoniaanen houden de 174 J. PAP DE FAGA8AS ANTWOORD OP DE mo omnium Woïfianoram fententiam examinabi- mus. Non conftare hos fibi, et easdem Scholasci- corum lacinias, qnas Newtonianis asfuere vellcnt, ipfos gerere arbitramur. Aulcultemus tantisper ip- iis, contra Newtonianos dilputantibus. Attraftio et gravitas fi pro internis materiae qualitatibus habeantur, funt miracula. Hoe enim nihil aliud est, quam talis in corpore organico mutatio, quant ex ftruftura corporis, per regulas motus, explica- re non licet, quod circa gravitatem nemoprseftitit.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 208