t XVIII 3
Maasfluisechter rusteloos voort
ging in 't verdedigen van den waa-
ren Godsdienst, en in 't beftryden
van het ongeloof. Noch korter
geledenden zevenden van lente
maand werdt het Genootfchap
door den dood beroofd van een
zyner Leden, den Heer job bas-
TER, een man van uitftekende
bekwaamheden in de geneeskunde
en natuurlyke hiftorie, waar door
by niet alleen te Zterikzeezyne
geboorteplaats, en in de Neder-
landfche gewesten, maar ook in
alle landen, daar de wetenfchap-
pen op een' hoogen prys ftaan,
fcich zeiven een' onfterfelyken
naam verkregen heeft.
Daarentegen is het getal der
Heefen Beftierderen en Leden, op
Verfcheidert tyden, op eene aan-
zienlyke wyze dóór byvoeginge
van anderen vermeerderd gewor-
c