fjB J. PAP DE FAGAPAS ANTWOORD OP'DE zintuigen en inbeeldinge volgen? Deze bieden ons alleen de fchors der dingen aanen men is gehouden, naar de kern te zoeken. Zoo koomt hét ons voor, en wie zal dat loochenen? 'dat de li- •chaamen zich onderling aantrekkenen dat zy hunne zwaartekragt op eikan deren oeffenenmaar zoo gy daar uit opmaakt, dat 'er eenige inwendige krach ten m de ftoffe zynbegaat gygelyk Wolf het noemt, een misflag van fab reptiegelyk als een Kind, dat de "beeMtenisfenwelke het in een fpiegel befchouwt, voor een waar lichaam aan ziet. Een Wysgeer en een éénvoudig Waarneemer, befchouwen het Heelal, •niét met dezelfde oogen. Zekerlyk de 'WaerekL' is een werktuigmet eene n - groo- rero Philofophum, fenfuum et imaginationis judi cium, fequi decet? Corticem ilia rerum nobis offe- runt fed quacrendus est nucleus. Ita apparet-, quis hoe neget, corpora fe mutuo attraherein fe gravitare, fi tarnen ex hoc internas quasdam vires, ipfi materiae inesfe colligas, infigne, quod Wolfius vocatfubreptionis vitium commififtiinfanti fi- milisimaginem in fpeculo vifam pro vero cor- pore habenti. Non iisdem oculis, hoe Univerfum, Philofophuset Empiricus contemplantur. Mun-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 212