VRAGE VOOR 'T JAAR MDCCLXXH. 179 groote kunst vervaardigdwiens veran deringen uit de gefteltenisfe der deelen en het werktuigelykemaar niet uit eenige inwendige krachten, verklaard moeten worden. Dus praaten bykans alle de Wolfiaa» nen. Laten wy nu de wapenen omkee- ren, en hen met hunne eigene zwaar» den neerfabelen. Wolf heeft reeds lan ge wiskunftig betoogd(gelyk hy alles gewoon is te betoogen) dat 'er in ieder lichaam, eene inwendige doenings- of beweegingskragt voor handen ismaar hy verklaarde nimmer, uit de gedaante en famenftellingehoe die wonderbaare kragt in dezelve zyn kan Zou dan de*' ze kragt een wonderwerk zyn, of eene verborgene hoedanigheid? Niets min- M 2 der dus certe est machina j inflgni artefabricata, cujus omnes mutationesex partium ftrudlura ac orga- nismonon internis quibusdam viribus funt expli- candae. Ita omnes fere Wolfiani, Convertamus jam ar- ma, et Tuis ipfos gladiis ju'gulemus. Dari in quoli- bet corpore vim agendi, aut motricem intéinain, mathematice dudum (ut folet omnia) demonftravit Wolfius, neque tamen qupmodo mirabilis haec'vis illisinesfe posfit, ex coram. figura, ac ftruéturaex- plicavit. Anne itaque haec. vis erit miraculum,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 213