Mogelyk zal iemand zeggen dat hy
van eene wonderbare natuur der ftoffe
hoort fpreeken, welke geheel en al be-
ftaat uit twee hoedanighedendie regt-
lyns tegen eikanderen ftrydig zyn. Te
weeten, een lichaam poogt door de
kragt van werkledigheidden ftaat,
waarin het iste bewaarenendoor
de doeningskragt, denzellden ftaat, ge-
duriglyk te veranderen. Aan welke nu
van die twee krachtenzal de ftoffe ge-
hoorzaamen Wolf fchynt hier om-
trend noch niets zeekers te hebben vast-
gefteld; want nu eens, peinzende op de
doeningskragt, betoogt hy, dat alle
ftoffe, door eene inwendige doenings
kragt in eene gedurige beweeginge is,
(op dat niemand zich verbeelde, dat het
yan uitwendige oorzaaken voorkoomt)
M 3 en
VRAGE VOOR 'T JAAR MBCCLXXII. l8l
-■y
rZ' 5> «r-w t-.rjrf 'r*vrP «r»vrP V*v»>» c—v»-
tationes posfunt cxplicari. Mi ram inateriae natu-
ram fe audire, dieet forte aiiquis quae duabus ta-
libus viribus, fibi e diametro contrariisabfolvatur.
Vi inertiae fcilicet, corpus ftatum quem habet,
confervare; vi veroagendieundem continuo mu-
tare, nititur. Cui jam materia ex duabus his viri
bus obfequetur? Nondum de eo ipfe Wol?u :erti
aliquid videtur itatuisfe; nunc enim vi age-di U>
tentusomnem materiam in continuo cv" m
ex intern» agendi yi (ne quis hoc a cau&ïis ex-
