192 J. PAP DE FAGARAS ANTWOORD OP DE veele raawe ftellingen zou kunnen ver duwen. Maar 't is tyd, dat wy de WoL- fianen verlaatenen overgaan tot die Newtonianen, welke meenen, dat de aantrekkingskrachten in de lichaamen huisvesten. Hun gevoelen maakt eene vry goede vertooningealzoo het zich onder den naam van zedigheid aanpryst, en aan de volilrekte willekeur van God de wet ten der beweeginge onderwerpt; maar 't een weinig nader en naawkeuriger be- kykendebefpeurt mendat het eenige verwantfchap heeft met de hoedanig heden der Schoolgeleerden. Want de ze Wysgeeren, met welke wy thans handelenbelyden zelvedat er in ieder lichaam eene kragt van werkledigheid is, po- V£r 'c-p' irgr -Cjl" machum, ut tot cruda asferta, concoquere posfim. Sed tempus est, Wolfianis dereliétis, ad illos New- tonianosqui attractionis vires in corporibus ha- bitare putant, tranfeundi. Speciofa fic fatis est eorum fententia, commen- dat fe modeftiae nomine abfoluto Dei arbitrio fubjicit leges motus; attamen, accuratius infpefta, cognationem cum Scholafticorum qualitatibus habe re deprehenditur. Ipli enim, cum quibus jam agi- mirs, confiteqtur Philofophi, dari in quolibet cor-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 226