206 J. PAP DE FAGAït AS ANTWOORD OP DE
ner zake famenhangen. Door deze is
de zaak het geen zy is, en dee:;e van
eene zelfftandigheid te willen affcheu-
renzou eveneens zyn, als of men eene
cirkel van zyne rondte berooven wilde.
In de tweede rangfchikkinge brengt
men de gelleldhedendie niet door het
wezenlyk begrip der zaak bepaald wor
den maar in een bekwaam onderwerp,
door de bewerkinge der tweede oorzaa-
ken, zyn voortgebragt, en daarom ly-
dingen of toevaliigheeden genaamd wor
den. Deeze veranderingen worden van
vreemde oorzaaken verwekt, maar welk
een gewrocht volgt op derzelver bewer
kinge? Dit wordt bepaald, door het
wezen van het lydend onderwerpzoo
dat deeze veranderingen, fchoon zy,
uit
cohaerentes. Per has res quaelihet est id, quod
est, has a fubftantia aliqua divellere, idem esfet,
ac circulum fua rotundicate privare. In fecunda
clasfe coilocantur affeftioncs, non per esfentia-
lem rei eonceptum determinataein fubjefto ido-
»eo, operatione causlarum externarum produdtae,
pasfiones, vel accidentia didlae. Excitantur hacmu-
tationes a causfls peregrinis, qualis tamen earum
operationem effect us cunfequa'ur ilJud per esien-
tiam fubjecti patient^ determinatur, ita ut hae
mu-