VRAGË VCfÖR 'TJAAK MDCGLXXS. 20g niet behoort, kan geeven, dan dat hy te weeg zou brengen dat een Triangel eenige niewe hoedanigheeden verkreeg, welke, in het denkbeeld der drie zydefi en drie hoeken, niet was opgeflootem Want zoo er eenige kracht is, zy moet in het onderwerp zynen zy is in het zelve niet, ten zy zy tot deszelfs we* zen behoortwant door hetzelve heeft elke zaak, het geen zy is, en het geen het hare is. Doch dat al, 't geen zy niet aan haar wezenmaar aan uitwendige oorzaaken verfchuldigd is, brengt ment tot hare lydingen, welke by haar niet inwendig zyn kunnen. Dit heb ik aan u te Zeggen, die gelooft, dat de in wendige aantrekkingskrachten, door de Goddelyke wille, aan de üchaamen zyn w* deel» o me* je&o aticui dare posfé, quant efficere, ut triailg'ö* lum, novas quasdam proprietates, ideae trium la-» teram et angulorum non inclufas^ obtineat. Vis enim fi qua estiubjefto inesie debet, at ipfi non inest, nifi ad ejus esfentiam pertineat; per hanc' enim res omnis est, id quod est, per hanc habec omne id, quod fuum est, illud autemomne, quod non esfentiaj fuae, verum externis causfis debet j ad pasfiones ejus refertur, quae ipfi internae esio nequeunt. Tibi haec omniafi internas attrahendl vires, cum corporibus voluntate Divina comma ni-*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 243