212 J. PAP DË FAGARAS ANTWOORD OP DE
zoo dikwyls van nut geweest wasver
worpen te hebben.
Wy hebben ons wat langer opgehou
den met het wederleggen van de ver-
fchillende gevoelens, omtrend de alge-
meene wetten der aantrekkingewant
wy konden zonder dezelve opgelost te
hebben, onze gedachten niet zeggen
over deze vraagof men het Jtuk volle-
dig hebbe afgedaanals men de verkla-
ringe der verfchynzelen tot daar aan toe
gebragt heeft, dan of trien liever zyn best
inoete doendat ook de wetten der zwaar-
te, werktuigelyk worden uitgelegd? Wy
oordeelen datuit het geen wy hebben
bygebragtreeds genoeg blykedat de
uitkoomften van 'tGeheelal door gee-
nen
ram, quae Scholafticis toties profuerat, projecisfe.
Diutiustot diverfis circa generales attractions
leges opinionibus] refellendisimmorati fumus, ne-
que enim nifi his difcusfisde quaeftionean pboe-
miment explicatione ad illas perduQa adaequata ejus ratio
habeaturaut potius danda fit opera ut ipfae etiam gravi-
tationis leges mechanice cxplicenturnoftram fententiani
dicere poteramus. Patere jam ex his, quaj attuli-
mus, arbitramur, eventus uniyerfi, nee geometri
es