lynen en maxima gevonden, 't Blykt
van zelfsdat deeze eenvormig zyn met
diewelke tot hier toe in de (Phyjica)
Natuurkunde zyn te voorfchyn gebragt.
De kromme lynen ontfnappen het ge-
zigt niethare toerichtingegefchiedtop
verfcheide wyzende werktuigenmet
welke zy befchreeven worden, vervan
gen de werktuigenwelke men tot het
jieemen van proeven gebruiken moet.
Maar alle deeze dingen verdwynen
zoo dra zy vergeleeken worden met
die, welke men in deze en in de voo-
rige eewe ontdekt heeft. Ziet daar
de wetten van eene gedurige verfnel-
lende beweeginge! welke niet fchee-
nen te kunnen begreepen worden
zonder eene duidelyke kennisfe van de
op eikanderen onmiddelyk volgende 00-
P 3 gen-
VRAGE VOOR 'T JAAR MDCCLXX1I. 229
■tjp" '-yi' ".yr -iryy 'tyy \yy v%r
inventaa tan'gentium maximorumque methodi.
Analoga hasc iis csfe, quxe adhucdmn in Phyficis
praftita fiint, fponte patet. Non eludunt vifum
lineae curvaeearum conftruftio vario modo pera-
gitur, inftrumenta quibus defcribuntur, vicera iu-
beunt machinarum, quibus ad experimenta infti-
tuenda utimur. At evanefcunt hasc omnia, fi cum
iis, quae noftro, et priori feculo, detefta funt,
conferantur. Motus ecce accelerati leges! quae,
fine diftinfta momentorum fe mutuq excipientium
cog-