VRAGE VOOR'T JAAR MDCCLXXïï. 233
der Electriciteit volgen wy niet flegts
de verbazende uitwerkzels van den bli-
xem naarmaar daar blikt ook geene
geringe hope aan, dat de beweegingen
der Planeeten eens door de wetten der
Electriciteit zullen verklaard worden.
De beweegingen der vloeiftoffen, om
hare moeilykheid van de Ouden ver
waarloosd beginnen in onzen tyd zich
aan de bereekeninge en zeekere wetten
te onderwerpenwaar door het gebeu
ren zal, dat wy de teederfte deelen
van het Heelal dagelyks meer en meer
zullen leeren kennen. Wat is er fyner
dan de lichtdeelen evenweluit derzel-
ver breekbaarheid, is de natuur der
koleuren, welke, voor den tyd van New
ton de Filofofen meer tot razerny ver-
P 5 voer-
ftupendos fulminis effedtus imitamur; verum etï—
am lpes nou ievis affulget, ut motus Planetarii, ex
Jegibus elcétricitatis expücentur. Motus fluido-
rum, negledti ob difficultatem a Veteribus, noftro
temporecalculo certisque legibus fubjici ccepe-
runt, quo fiet, ut delicatiores Univerfi partes,
magis magisque in dies, cognoscamus. Quid
particulis lucis fubtilius? ex eorum tamen diveria
refrangibilitatetam feliciter natura colorum, qui
Philofophos magis, quam taurum, ante Newtoni
tem-