[xxiv jaarenongemeen aangegroeid. De Heeren A. J. Hurgrbnje en Snouck Hurgronje deden aan 't Genootfchap een voortrefrelyk ge- fchenk van eene talryke verzame- linge der fraaiffe hoorns en fchul- penanderen bragten ook het hun ne toe, om het natuur-kabinet tot meerdere volkomenheid te bren gen. Hier toe (bekten de giften der Fleeren MAnc keimanBrahe Je WaterHellemanvan der Woord en Bommeaan welken laatftengelyk ook aan den Heer Slabberde bekwaame rangfchik- ki'ng moet dank geweten worden. Een goed aantal van ailerleyemyn- ftoffen is het Genootfchap verfchul- digd aan de vriendelykheid van den Heer 's Gravezande. Zelfs hebben eenige aanzienlyke vrouwenwel ker zedigheid verbiedt haare naa- men te vermelden, het Genoot fchap door gelchenken van dit foort

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 26