2p J. PAP DE FAGARAS ANTWOORD OP DE
zyn, indien men hen met de vliegende
vernuften der Filofoofen vergelykt. Hun
is zoo een vroegryp verftand te beurt
gevallendat gy in eenen enkelen
mensch aantreft, dat hy alle waarhee-
den uitgevonden, in orde gebragt,
ftrikt beweezenja zelfs er llraks eeni-
ge uitgeworpen, en andere fchalmen
in den fchakel der waarheeden ingelast,
en teffens alle de veronderftellinge van
anderen hebbe wederlegd. Zoo fchielyk
zyn de voortgangen van alierhande he-
dendaagfche Wysgeerten: zoo fchielyk
neemen zy ook afzoo dat men het zelf
de van haar zou kunnen zeggen't geen
men van Lodewyk den TweedenKo
ning van Hongaryen zeiHy is u vroeg
geborente vroeg met een baard voor
zien
oredas, fi cum volantibus Philofophorum ingeniis
eonferamur. Tam praecox his contigit ingenium,
ut ab eodem farpe homine, omnes veritates in*
vencas, in ordinem redaétasrigide demonftratas,
ïmo mox multas ex his rejeéias, novasque illi de-
monftratiönum catenae intergas, omniumque alio*
rum hypothefes 'efutatas videas. Tam rapida funt
recentioris cujusque Philofophias incrementa acque
ac decremcn'a, ut idem de ïllis, quod de Ludovi-
eo II. Hungari» Rege dici posfit: Ante diem natus,
an-