270 J. PAP DE FAGARAS ANTWOORD OP DÉ
fchillende denkbeelden ondereen mengt;
gelyk een kok zyne verfchillende vlees-
iöppen Echter ontmoeten wy in haar
grootere kenteekenen van de Goddelyke
W ysheiddan dat wy 't zoo zouden op
vatten evenof hare werkingenby ge
val en zondereenige orderondernomen
en volbragt wierden. Voorwaar! indien
die groote verhanden, welke geleerd
hebben, zonder kurk te zwemmen, in
hunnen boezem nederdaalen wilden;
indien zy de wetten van eenen geest
dry venden luim, door welke zy dik-
wyls beftraft wordenuit hunnen ei
genen grond, opdolven; indien zy
den weg naarftig teekendenwelke zy
op aanraadinge van hunne finaakge
vonden hebben, en ons, die zoo door
zichtig van vernuft niet zyn, den-
zel-
rent,
miscet ideas diverfas, ut varia jura coquus: at ma-
jora tarnen Sapientiae Divinae indicia in ea depre-
hendimus, quam ut ejus operatiemes, cafu nullo-
que certo ordine, fuicipi et perfici, arbitremur.
Profe&o! fi magna ilia ingenia, quae fine cortice na-
tare didicerunt, infinumfuum delcenderent, fien-
thufiasmi, quo fsepecorripiuntur, leges, eproprio
fundoeruerentfi viam illamquam ipfifuo genio
admoniti,invenerunt, diligenter notarent,nobisque,
quibus tampcrfpicax genius non est, commonitra-