VRAGE VOOR 'T JAAR MDCCLXXÜ. Men is de Proefondervindingen fchuF dig of aan 't Geval, of aan de Naarftig- heid. Het Geval kan wel aan geene re gelen onderworpen wordenmaar men kan nochtans met opzet herhaalen, 'fc geenby gevalgebeurd was. p i c a r t zag gevallig, dat de Kwik licht van zich gaf; maar de fchranderheid van Bernoulli echter werkte uit, dat deligtende Merkurius, die men tevo ren alleen bygeval gekreegen hadnaar welgevallen kon worden toebereid. De vermaarde proefneminge van de Leid- fche Fles is men ook, zoo wel aan X geval, als aan de behendigheid verfchul- digd. Gelyk het altoos de pligt van ee- nen voorzigtigen veldheer geoordeeld is, aan de Fortuin wat toe te geeven, S 2 zoo est s Aut cafui debentur experimenta, aut induftriae. Cafus equidem regulis fubmitti neqüit, ut tarnen, quod cafu evenit, confilio repeta'cur, fieri potest. Fortuito Picartus Mercurium lucere vidit, ut ta rnen Lucifer Mercuriusqui antea nonnifi cafu ha- bebaturpro arbitrio parari posfitBernoulli! Saga- citas effecit. Celebre etiam lagenae Leydenfis ex- perimentum, eafui aeque, ac induftriae debetur. Üt prudentis belli ducis femper habitumfuit, lo cum fortunae dare 5 ita folertis naturae ftrutatoris

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 309