vrage voor 't jaar mdcclxxii. 277 vallige gebeurtenisfentot het ontdek ken van zeer gewigtige waarhedenzyn gebragt geworden. Dikwyls is men net overwinnen niet verfchuldigd aan de wakkerheid van eenen veldheer, maar altoos is men het er aan verfchuldigd zoo er een goed gebruik van de over- winninge gemaakt wordt. Waarom zou een Natuurkundige niet even zoo veel kunnen doen, als een oplosfcher van Wiskundige Vraagflukken? 't Gebeurt hem dikwerf, vooral in Diophantifche of ingewikkelde vraagflukkendat hydoor de kunst, geen een bekend getal kan uitvinden'twelk aan de vraag voldoet maar zoo hy er gevallig een gevonden heeft, dan wordt het hem gemakkelyk, om, daar uit, oneindig veele anderen af te leiden, welke aan de Vrage voldoen. S 3 Even- ritates, perduéti fuisfemus. Saepe non belli ducis induftriae debeturvincereat femper illivifto- ria bene uti. Cur non tantum facere posfit Phyfi- cus, quantum Analyticus? Contingit illi faepe, in problematibus praefertim Diophanteis, ut nullum numerum arte invenire posfic, qui guaeftioni fia- tisfaciat, at, fi unum forte repererit, facile ei est, exillo, infinitos alios, quaeftioni fatisfacientcs deducere. Plus

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 311