eenige waarheid, welkegy door die proef nemingen wilt bevestigen of duidelyker maaken: maar waar fchuilt die waar heid? Zy is niet verre van u af, 200 gy oplettend toeziet. Men kan alle de Experimentenwel ker oorzaak onbekend is, brengen tot twee hoofdfoortenwant of wy zien de uitkoomfte niet, welke wy meenden dat er by moest zynöf wy zien de uit koomfte zoo, dat ons de Oorzaak on bekend blyvedoor welke dezelve wordt voortgebragt. Daar de uitwerkinge, wel ker oorzaak aanwezig is, niet gezien wordtis het natuurlyk te beiluitendat zy, door de bewerking van andere oor zaken weggenomen is. Derhalven moet men, door niewe Proefnemingen, 011- S 4 v der- VRAGE VOOR T JAAR MDCCLXXIÏ. "279 quam per illa vel confirmare, vel manifeftiorem reddere velis: at ubi latet ea veritas? non longe a te abestfi animum advertas. In duas clasfes, omnia illa experimenta, quorum ?ausfa incognita est, revocari posfunt; aut enim efFe&um non videmus, quemadesfedebere putaba- rrnsaut eventum confpicimusita ut causfam per qmm fit produétusignoremus. Ubi effeéhiscu- jus causfa adest, non confpicitur, naturale est collgere, eum aliarum causfarum operatione, fu- blatuu esfe, Harum itaquequas adesfe fuspica- mur

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 313