r284 j.pap de fAgaras antwoord opde ten. In't begin fcheen 't als of de weg- ftootinge op de Aantrekkingeen deze wederom, op hare beurt, de Wegftoo- tinge volgdezonder eenige zekere wet ten in acht te neemen. Maar de Na tuur volgt eene fraaiere orde, dan dat iets by gevalof zonder eenige vaste re gels, gefchieden zou gelyk wy anders, met de vuile leerlingen van Epikurus, zoude moeten vastftellen. Eerst en voor al moet men er zich dan op toeleggen, dat wy deze of geene hoofdwet ont dekken, volgens welke zulke uitwerk zelen opkoomen. Deeze zal ons tot eenen leidsman verftrekkendie ons tot niewe Proefnemingen, ja zelfs tot het uitvinden der oorzake van het gewrocht zal op leiden. Zekerlyk nimmermeer zou hendi repellendique. Nulla eer ca lege attraótionem repulfio, ethancilla, initio, excipere videbatur. Sed elegantiorem naturafervatordinemquamutaliquid cafu, vel fine certis regulis fieri, cum Epicuri de grege porcis, ftatuamus. Primo itaque omnium id agendum est, ut principalem aliquam legem dete- gamus, qua effeótus ifti oriuntur. lila erit inftar ducis, quae nos ad nova experimenta, imo faepe ad causfam effeótus, ducet. Nunquam certe tam diverfi in eleótricitate efteótus dcteóti esfent, nifi

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 318