matige vryheid der Vooronderflellingen
veele dingen hoore waarfchuwen, ik
hun geloof geevemaar terwyl ik over-
leggehoe ons ligt in eene zware duis-
ternisfe zou omzwachteld zyn, indien
Newton geenerhande Vooronderfte Hin
ge gebezigd hadde, zoo betuige ik ook,
dat men een graantje zout gebruiken
moet, om die Newtoniaanfche verma
ningen behoorlyk te verduwen.
Nochtans zou het (legt met ons ge
field zynzoo wy gedrongen wierden
om alle Vooronderflellingen, welke de
verwilderde inbeeldingskragt zich voor-
fielt, te aanvaarden. Hier is een ern-
flige keuze noodig» Waarom zou ech
ter een Wysgeer zyne Vooronderflel
lingen zoo niet kunnen gebruiken, als
eene Wiskunflenaar de regel der twee
val-
2p8 J. PAP DE FAGARAS ANTWOORD OP DE
dicam hypothelium licentiam multa monentes au
dio, illis fidem adhibere; at dum illud perpendo,
quanta fub node jaceret no ft ra diesfi nulla NewtonuS
hypothefi ufus esfct, ea cum grano falis accipien-
da esfe arbitrari.
Male tarnen nobifcum ageretur, fi omnes, quas
luxurians effingit imaginatio, hypothefes, admittere
cogeremur. Deleétu hie, eoque fevero, opus est.
Quidni tarnen Philofophus ita fuis hypothefibus
ut Arithmeticus regula faifiuti posüc Sumit ille
pro