VRAGE VOOR 'T JAAR MDCCLXXIL 313 eindige, en zy hebben telkens niewe vloeiitoffen noodig, om de poriën der vorige te vervullen(want men kan geene vloeiftoiïen zonder poriën begry- pen.) Men moet ook den Cirkel my- aenin welken de Cartefianen verval len zyntoen zy de mogelykheid der beweginge, zonder ydele ruimte, ver- klaaren zouden. De uitzonderingen, welke in de natuur voorvallenmoet men naawkeuriglyk onderzoekenof zy ware uitzonderingen zyn dan alleen in fchyn? Zoo kan men voor geene uitzonderinge houden, dat de Electri- fehe ftoffe, gewoon den kortften weg te kiezenindien er meer wegen te gelyk zyn, langs den weg van metaal, hoe wel die langer is, voortgaatwant die V 5 weg plicanda, procedunt enim in infinitum, et novis femper fluidis, ad poros prioris complendos, (ne- que enim fluida fine poris concipi posfunt) opus habent. Vitandus etiam circulus, in quem incide- runt Cartefianiin posfibilicate motus, fine vacuo fpatio, explicanda. Exceptiones, quae in natura contingunt, accurate examinandae, an fint verae? an apparentes? Ita pro exceptione haberi nequit ?[uod materia eleétrica, breviori viae eligendae as- iieta, fipluresfimuladfmt ,metaliicae,licetlongiori,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 347