3iój. pap de fagaras ant woord op de proevengisfenin plaats Hellenmoet eene ingewikkelde formule tot een een voudigere, eene moeilykere tot eene ge- makkelykereworden gebragtDikwyls moet er eene in veelen verdeeld en dan weer eens moeten er veele faamgevoegd worden, om er een geheel uit op te maaken. Maar de Analytifche Cyffe- raars hebben, uit hunne proeven, ja zelfs uit hunne dwalingen, uitmunten de regelen van Integratie gevondenen hunne kunst, die veel meer, dan de Wetenfchap der Natuurlyke Oorzaken, door beproevingen alleen fcheen te kun nen bevorderd wordenonder vaste re gelen gebragt. En waarom zouden de Filofophen het zelfdeniet kunnen doen, door het vergelyken en famenftellen van ver- naturae fcrutatori via emeticnda erat, tentando, conjiciendo, fubftituendoformula complicata ad ümpliciorem, difficilior ad faciiiorem revo- canda; faepe una in plures dividenda, mox plures conjungendae, ut integratio fuccedat. At ipfi analyftae, ex fuis tencaminibus, imo faepe errori- bus, egregias integrandi regulas invenerunt, ar- temque fuam, quae longe magis, quam cognitio causfarumfolis tentaminibus perfici posfe videba- tur, regulis conjprehenderunt. Quidni idem phi-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 350