vrage voor t jaar mdcclxxii. 5
cartesius, gassendi en anderen
van zynen tyd uit de Proefondervinde-
lyke Natuurkunde wilde hebben uitge
bannenmaar geenzints de Gevolgen,
welke men uit de waarnemingen en Ex-■
perimenten trekt. Zyne gezegdens daar-
omtrend, by den Heer brucker aan
gevoerd, meene ik hier te mogen plaat
zen Quidquid ex Phoenomenis non dedu-
citurHypothecs vocanda estet Hypo-
thefesfeu phyjicaJeu metaphyjicafeu
qualitatum occultarumfeu mechanica in
philofophia experimentali locum non ha-
bent. In hac philofophia propofitiones de-
ducuntur ex phoenomenis redduntur
generales per InduClionem. Dat isAl
v/at uit de Verfchynzelen word af-
geleidmoet men eene Vooronder-
ltellinge heetenen de Vooronder-
Hellingen zoo natuurkundige, over-
natuurkundige, als wergtuigelyke en
opwerpzels van verborgene hoedanig-
heden, hebben in de Proefondervinde-
lyke Wysbegeerte geene plaats. In
deze Wysgeerte leid men zyne Stel-
lingen uit de Verfchynfelen af en men
maakt haar algemeendoor middel
van de InduClie>\
Door de Inductie verdaan de Rede-
A 3 neer-