VRAGE VOOR 'T JAAR MDCCLXXII. 367
len der konst van waarnemen en proef
nemingen te doen nagelatenzy hebben
ons teffens het voorbeeld en de les gege
ven zy hebben ons aangetoondmet
welke wyze omzichtigheidmen de wy-
zen van onderflellen moet gebruiken,
en hoe zeer men zich moet toeleggen
op het nagaan der gewrochten, zy heb
ben zich hier over verwonderlyk fchoon
uitgelaten'tgene men niet genoeg kan
overdenken. Ook bedienen 'er zich
veelen van deze wysgeerige grondlesfen
zy keerenwenden en herhalen dezelve
met vermaak, maar maken 'er niet al-
tyd eene naauwkeurige toepasfmg van.
Men zoude niet konnen ontkennen,
dat de wysgeeren zich niet dikwyls ver-
dwa-
écrits immortels les régies de l'art d'obferver
d'expérimenter: ils nous ont donnés a la fois l'ex-
emple le precepte: ils nous ont montrés avec
quelle fage circonfpeétion l'on doit ufer des mé
thodes bypothetiquescombien l'on doit f'atta-
cher l'etude des faits, ils ont dit fur cela des
ehofO'S admirables qu'on ne peut trop méditqr.
Ausfibien des gens fe faisflsfent de ces maximes
philofophiquesles tournent les retournent,
les repètent même avec complaifancemais n'en
font pas toüjours une application exafte.
On ne fgauroit disconvesir que les philofophes
ne