zien wordenom dat onze ziel niet dan denkbeelden befchouwt. Uit het gezegde kan men ook af leiden, dat alle beoordeeling recht is, zodra men de overeenkomst der denk beelden, die aan onze ziel zich voor doen onmiddelyk zieten hierom ver toont ons deze bemerkingde ware overeenkomst, tusfchen deze denkbeel den, want op denzelfden tyd, dat ik zulk eene overeenkomst gewaar worde j kan het denkbeeld niet afgefcheiden zynvan de denkbeeldendie ik ver- gelyk. Hier van daan is hetdat men rede kan geven, waarom de blykbaar- heid, onze toeftemming, op zulke ee ne onweerftaanbare wyze overhaalt. SSSSSSSSSSS&SSSSSaSËf VRAGE VOOR 'T JAAR MDCCLXXH. 385 IV» DEELBb Alom me'diatement, püisquè notre ame n'apperqoit que des ide'es. On peut de'duire ausfi de ce qui vient d'etre dit, que tout jugement est vraydès qu'on apperqoie inune'diatement la relation qu'il y a entre les idees qui font pre'fentes a notre efprit, a caufe de ce- ia cette perception nous reprefente la vrayë rela tion qu'il y a cntre ces ide'es; car dans le tems que j'appergois une telle relation fon ide'e ne fqau- roit et re fe'pare'e de celles que je compare. C'est paria qu'on peut rendré raifon, pourquoy l'évi- dence entraine notre confentementd'une maniere

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 419