39^ P. FERMIN ANTWOORD OP DE
ten, dat zy niet waar is. Men moet
dan onderfcheid maken tusfchen de
duidelykheid op haar zeiven genomen,
als eene trap van kennisin welke het
onmogelyk is te dwalen, en tusfchen
een duidelyk voorflel. De duidelykheid
aangemerkt op zich zeiven, kan in een
voorflel plaats hebben, zonder dat'zy
ten eerfle blykt. 'Er wordt aandacht,
'er wordt oeffening vereischt, 'er wordt
eene voorgaande duidelykheid gevor
derd daar integendeel de waarheid van
een duidelyk voorflelzich noodzakelyk
ten eerfle doet zienhet zy dat de kun
digheden, welke zy onderflelt zo een
voudig zyn en zo duidelykdat zy zich
byna zonder overdenking openbaren.
Hier-
comme elle doit m'empêcher de de'cider qu'elle est
fausfe. U faut done diftinguer l'évidcnce confide-
rée en elle même, comme le dégré de connoisfan-
ce oü l'erreur est imposfible, d'avec une propofiti
on évidente. L'e'vidence confiderée en elle mê-
tne, peut être dans une propofition fans f'y faire
dabord fentir: il faut de la reflexion, il faut de l'e-
tude, il faut une evidence antecedante; au lieu
qn'une propofition évidente est une propofition
dont la vérité fe fait dabord nécésfairement fen
tir foit paree que les connoisfances qu'elle fuppo-
fe font fi fimples fi prérentes, qu'elles fe mani-