hy eindelyk tot de kennis der oorzaken en uitwerkingen, die noodzakelyk on derling verbonden zynen zelfs tot die, die 'er maar een gevallig en bykomend verband mede hebben. Indien de uit werking zuiver toevallig is, kan men'er met veel waarfchynelykheid de oorzaak van bepalen, maar nooit zal men 'er eene volmaakte zekerheid van hebben die men heeft, wanneer de oorzaken door eene natuurlyke en klaarblykelyke noodzakelykheid werkenen dus haare uitwerking volkomen zeker voortbren gen. De geest der waarnemingedie alge- meene ziel van konften en wetenfchap- pen, is niets anders, dan eene achter- vol- VRAGE VOOR 'T JAAR MDCCLXXU. 411 vient a connoïtre les caufes les éffets qui font naturellemcnt néce'sfairement lies entr'eux, même ceux qui n'ont qu'une connexion acciden- telle fortuite. Lorsque l'effet est purement contingent, on peut fouvent en determiner la caufe avec beaucoup de probabilite'mais la certi tude n'en est jamais parfaite, comme elle l'est quand les caufes agisfent par une ne'césfite' .naturel le e'vidente, produifent immanquablement leur e'ffet. L'efprit d'obfervationeet efprit univerfel des fqiences des arts, n'est qu'une attention bien fui-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 445