VAN EENIGE OUDE PENNINGEN. 421 befchaafde wetenfchappen dienftig is, aan 't gemeen in deszelfs verhandelingen medetedeelenheeft my verzocht, om aan hetzelve te doen toekomen een Prof pectus van myne Penningkasfeter ophelderinge van eenige wetenswaardige en tot heden min bekende zaaken. Ik heb my aan dit verzoek niet willen ont trekken en make daar vanby dezen een begin, met byvoeginge van fommi- ge nieuwe ontdekkingen in de oude Pen ningkunde, aan weinigen bekend, en waar van men een nuttig gebruik zal konnen maken. De vermelding der Romeinfche penningen, hier te lande gevondendoch tot nu toe niet behan deld of verkeerdelyk uitgelegd, zullen ftrekken tot ophelderinge der Hiftorie van Nederland. Voor het overige on- derftelle ik, dat myn Lezer bedreven zy in de grondenwelke noodig zyn tot de kennisfe der oude penningenen die elders genoeg behandeld worden (a). Het beloop van myne Penningkasfe beftaat in ruim twintig duizend Gedenk- D d 3 pen- (a) Men vergelyke in 'tbyzonder La Spence des Medaillesfar Louis Jokertavec des Hem ar qu es Hiftori~ qties Critiques far JOSEPH BI MARD, Baron de la BajlieParis 1739. 2 Vol.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 455