VAN EENIGE OUDE PENNINGEN. "425
Kuwlci genaamd (f), ftaande neffens zyn
paard. De andere zyde vertoont een
vierhoek met den naam des Konings
Myne Penningkasfe levert vervolgens
in orde op alle de zilveren Pronkpen-
ningenals van Koning Archelaus den I,
Amyntas. den 111 (g)en als men komt
D d 5 aan
AAEHANdPOï*
(fj) Viel. POLLUCIS Onamast. Lib. X. IÓ2 cum notis
HEMSTERHUS1I HERODIANüM Hifi. Lib. I cap. 3
IV cap. 8.
(g) hubertus GOLTZius, die.by velen verdacht
ftaat, als of eenige penningen door Hem uitge
geven, verdicht zouden zyn, ontfangt nu na ver
loop van tweehonderd jaaren, wanneer zyne wer
ken in 't licht kwamenzeer veel van zyn gezag
wederom en verkrygt een beter vertrouwen door
de geduurige ontdékkinge van penningendie
van tyd tot tyd worden gevonden en fomtyds uit
den fchoot der aarde opgedolvengelyk noch on
langs gebleken is in den zilveren Pronkpenning
van Perdiccas den III, Koning van Macedonien, in
den omtrek van de Stad Saknique gevonden, en
door GOLTZius te voren uitgegevendoch tot de
zen tyd voor verdicht gehouden. De ongunftige
denkbeelden omtrent dien eerften uitgever van een
ouden penningfchat heeft men hier aan veel toe-
tefchryven, dat hy zyn werk ten grooten deele
heeft opgemaakt uit de penningkasfen van dien
tydbeftaande in ruim negenhonderd verzamelin
gen volgens eene gefchrevene lyst daar van onder
my berustendedoch waar van wel de voornaamfte
door den tyd, en byzonder die in Nederland, be
ftaande alleen in tweehonderd, door de beroerten
in de zestiende eeuwe zyn vermist geworden.
Dus