VRAGE VOOR 'TJAAR MDCCLXXII. II
op' juiste waarnemingen en proefonder-
vindingen gegrond zyn en menige eeu
wen na dezen nog een zonderling gemak
aan de Proefondervindelyke Natuurkun
de zullen byzetten.
Wel is waar, loutere Gisfmgen ko
men in de ware Wysbegeerte weinig te
pas: 'tis niet, dan by oogluikinge, wan
neer men dezelve gedoogt. Maar daar
om moet niet alleswat maar eenigzints
naar Gisfmgen zweemtuit de Natuur
kunde verbannen worden. Laten wy
den beroemden Wysgeer van Geneve
hooren fpreken (f) De kunst van Gisfen
zegt hy, volftrekt uip de Natuurkunde te
bannenzou eveneens zynalsofwy ons by
enkele en byzondere Waarnemingen wil-
den bepalenen waartoe zouden ons die
Waarnemingen dienflig zyn indien wy
er geen het minst gevolg uit trokken
Zonder ophouden zouden wy houtkalk
en Jleen by een brengen met oogmerkom
niet te bouwen. Zonder ophouden zouden
wy het middel met het doeleinde verwar
ren. Alles zou los van een gefcheiden bly-
ven in onze denkbeeldenterwyl onder»
tus-
C. BONNET Falingenes, T. I. p. 74.