43<5 P. VAN DAMME BERICHT twintigfte jaar. In myn kabinet bevin den zich noch twee onderfcheidene gou den Pronkpenningen van dezelfde Ko- ninginnemet de jaartellinge a 't welk is het dertigfte jaar der regeringe van gemelden Koning. Ik heb goedgevon den eenen van dezelven door eene kun dige hand te laten afteekenen en op de Penningtafel No. I. aftebeelden. Noch bewaart myn kabinet den on- uitgegevenen gouden Pronkpenning van den Koning Ptolemaeus Philopatorbe nevens de gemelde ftukken van de Ko- ninginne Arjinoëoverheerlyk bewaard, en met andere over korten tyd van Conflantinopelen overgezonden. De zelve is mede op de Penningtafel in 't koper gebracht No. II. Koningen van Numidie en Mauretanle.- Onder de Koningen van Numidie zyn de penningen van den ouden Juba by alle Schryvers wel bekend geweest; doch van Koning Juba den jongen be- zitte ik een zilveren penning, die tot heden onbekend is gebleven. Op de eene zyde is deszelfs borstbeeld te zien, en op de rugzyde een olifant.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 470