zonden. Ik heb dezelve zorgvuldig la
ten afteekenen, en, ter befchouwinge
op de Penningtafel brengen No. IllIV
en V. Van den Koning Antiochus den
VI is in myn kabinet, behalven ver-
fcheiden' andereeen ongemeene zilve
ren pronkpenning met de afbeeldingen
van Castor en Pollux, in het achtfte
jaar van 't leven van dezen jongen on-
gelukkigen Koning geflagen.
Men heeft nooit in eenige Muntkasfe,
of by de Schryversgevonden pennin
gen van den geweldenaar Tryphondan
van het kleinfte foort in koper, en de-
wyl de eenigfte (x) van zilverdie be
kend is, myne verzamelinge verfiert,
heb ik niet willen nalaten denzelven in
afbeeldinge te brengen, op de Tafel
No. VI.
Uit deze weinige voorbeelden kan elk
nagaan, hoeveel tot ophelderinge van
de Syrifche Koningen kan worden afge
leid uit hunne veelvuldige penningen,
welke onder my berusten.
Ksb
440 P. VAN DAMME BERICHT
(x) In het vermaarde kabinet van den Hertog
van Pembroke vindt men eenen zilveren penning
van Tryphon-, doch die is, by goed onderzoek, be
vonden nagemaakt te zyn.