r454 J* W. PARIS OVER 'T VERBAND waar word, van diezelve kracht niet af- hanglykzo zou men meer en van el- kaiideren onderfcheide krachten moeten onderftellen en men had dan niet eene, maar meer zelfftandigheden, De Ziele heeft eene kracht om zich zaaken voorte' Jlellen. Dit is haare Grondkracht, het eerfte beginfel van al watze kan en ver mag, de bron, waaruit alles kan afge leid wordenwat wy van haar door de ondervinding weeten en zeggen konnen met een woord, het Wezen der Ziele Alle getalen beginnen van de Eenheid, en zy konnen tot de Eenheid te rug ge trokken worden.. Deeze kracht is dat eene in de Ziele, waaruit de ganfche fomme van haare vermogens en werkin gen kan opgemaakten waarin dezelve wederom kan ontbonden worden. Zy is als het middelpunt in een Cirkel. Uit dit punt loopen alle linien na den om trek, en van daar keerenze tot hetzelve punt te rug, r Deeze voortelling van zaaken gefchied in de Ziele niet op dezelve wyze, als in een fpiegel. De Ziele houd zich hier meer werkzaam dan lydelyk, Zy brengt door haare eige kracht denkbeel den voort, die eene overeenkomfte heb ben

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 490