456 J. W. PARIS OVER ®T VERBAND
zichen is werkzaam volgens de denk-»
beelden en begrippen, die het verftand
aan de hand geeft. Zonder het verftand
kan 'er geen wille zynen waar een daa-
delyk willen is, daar moeten verftands
voorfteilingen voorafgaan. Hetgeen men
niet kend, kan men niet willen en be-
geeren. Dit behoord tot die pfycholo-
gifche waarheden die geen betoog no
dig hebben; zy zyff klaarblyklyk door
onlochenbaare ondervindingen. Ignoti
nulla cupido
Dit Verband van Verftand en Wille
heeft echter alleen plaats in rncralifche
dingen De wille wórd niet geneigd en
beweegd door voorfteilingen van aller
lei aard zonder - onderfcheidmaar al
leen door zodanige, die de zedelykheid
der zaaken betreffen. Veele dingen zyn
aan en voor zich zelve voor den wille
onverichillighoe wel en nauwkeurig
die ook mogen gekend worden, hy
blyft in rustewerkelooszonder ge
voel en beweeging, zo lang 'er niets in
gezien word'hetgeen als verkieslyk of
Verwerpelyk zou mogen gehouden wor
den. Maar zo dra eene zaak zich ver
toond als goed of kwaadrecht of on
recht, betaamlyk of onbetaamlyk, nut-