•van verstand en wïllë. 463 Men denke echter niet, dat deezetaal op zich zelve eene raazerny is't zyn woordendie wy allen met een bedaard gemoed konnen nafpreeken. Op dezel ve wyze is het by ons gelegen in veder- lei gevallen. Wy zeiven zyn de m e d e- a a sdie het voorfchrift van ons ver- ftand zo dikwyls onnut maaken door de verkeerde neigingen van onzen wil le. Waar komt dit van daan, en wat is de oorzaak van deze wanorder? Dit vereischt een nader onderzoek, en leid ons tot de bron en oorfpronk van die groote verdorvenheiddie wy in ons gewaar worden, en waardoor de onder- gefchiktheid, en alle goede harmonie en overeenftemmingdie in de Ziele en haare vermogens behoorde plaats te hebben, wechgenomen en vernietigd word. Zou de mensch ook twee Zielen heb ben eene goede en eene kwaade Ziel-, eene, die hem tot het goede, en eene, die hem tot het kwaade aandryft. Zie len zo vyandig tegen eikanderen dat de Mens aliud Juadet. Video melioraproboque Deteriora fequor

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 499