VAN VERSTAND EN WILLE. 46%
dekken, zy geeft 'er alleen aanleiding
en gelegenheid toe. Daar is geen kwaad
in gelegen, dat wy aan zinlyke voor
werpen denken, en ons van dezelve
voorftellingen en begrippen maaken.
't Kan niet anders zynof de Ziel, die
met een lichaam vereenigd ismoet de
voorwerpen, die op de zintuigen wer
ken, bevinden, en zo gewaar worden,'
als ze zich aan haar vertoonen. Maar
in die gewaarwordingen is noch veele
donkerheid en verwarring, De zinnen
Hellen ons de zaaken niet voor, gelykze
in der daad zyn, ze leveren ons maar
verfchynzelenwelker gedaantens en
vertooningen geene wezentlykheid heb
ben, dan in onze inbeelding. Willen
wy door dien fchyn niet misleid en be
drogen wordenwy moeten de zinlyke
bevindingen aan het oordeel des ver-
Hands ter toetfe brengen, alles rype-
lyk en bedaard overleggen, het een van
het andere afzonderenelk deel op zy-
ne rechte plaats en zynen behoorlyken
rang fchikken, even gelyk men omtrent
zaaken doed, die men uit de verwarring,
waarinze liggenin order brengen wily
wy moeten oordeelen, wat goed, wat
kwaad, en wat het beste isj hetgeen
Gg 2 waar-