VAN VERSTAND EN WILLE. 471 Laat ons eet en, drinkenvrolyk zyn deen wat de zinnen vermaaktmorgen flerven wy. Post mortem nulla voluptas. Maar, zo het iemand wat vreemd mogt voorkoomendat de zinlyke voor- {tellingen zulke geweldige indrukken konnen maaken, dat ze alle neigingen en begeertens der ziele door eene over- heerfchende kracht onder haar bedwang ftellen, en dat al wat in de ziele rede- lyk is daartegen geen beftand houden kangeiyk de ondervinding leerd in vee- Ie gevallenzo zou men mooglyk een flap verder konnen gaan. De werktui gen der zinlykheid zyn in het lichaam. De vereeniging van ziel en lichaam mag voor ons eene verborgenheid zyn, gelyk ze in der daad is, door de ervaaring blykt het ontegenzeglyk, dat de vermo gens en werkingen der ziele zich fchik- ken en geëvenredigd zyn naar den aard en gefteidheid van het lichaam; Niet minder is het door de ondervinding be kend, dat in ons lichaam veel onregel matigheid heerscht, en dat het onder hevig is aan veelerlei onordentlyke en geweldige beweegingen, die niet altoos van onze willekeur afhanglyk zyn. Zou dit wel plaats konnen hebbenzo men Gg 4 niet

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 507