47^ J* w. PARIS OVER 'T VERBAND
Dit is de order der zaaken volgens de
natuur der ziele.
Maar hoe komt het, dat de wille
niet a'tyd tot het goede getrokken en
ter uitvoering van hetzelve werkzaam
gemaakt wordniet tegenftaande dat
het noch aan kennis van het goede noch
aan beweeggronden ontbreekt. In din
gen, die onze tydelyke belangen betref
fen, doen wy aanftonds, wat wy voor
goed, nuttig en dienftig houden, maar
hoe zelden in moralifche dinger? Wy
konnen 'er verftandig over redeneeren,
en handelen doch alle dagen tegen bete
re inzichten, vooral als onze heerichen-
de neiging in het fpel komt. Daar is
dan hier noch een ledig vak tusfchen
verftand en wille, en hoe moet men dat
aanvullen? Dit is de groote vraag, en
is die wel door de Zedeleeraars voldoe-
nend beantwoord? Men vind overvloe
dige voorfchriften van pligten, die men
volbrengen moet, geheele boeken vol.
Maar hoe die volbrenging mooglyk
worden wat het eigentlyk zyn moet
waar door Verftand en Wille faamge-
hechten tusfchen geest en hart eene
vriendelyke Eendragt en Harmonie
moet gefticht worden, wat is dat?